Dit keer zijn van de zeven verhalen er zes Angelsaksisch en slechts eentje van oorsprong Chinees. En tussen de vier non-fictie artikelen zit een
interview met Catherynne M. Valente waarin zij vertelt over hoe een kort verhaal kan uitgroeien naar een heel boek.
Het is al even geleden dat ik de korte verhalen gelezen heb en dat betekent dat ze al wat meer bezonken zijn. Ik merk dat dit veel korte verhalen uit dit nummer goed doet. Ze hebben in de tijd aan kracht gewonnen in plaats van dat ik me afvraag waar het ook alweer over ging.
Zo is de rondhangende xenofobie in
And If the Body Were Not the Soul door A.C. Wise nog beklemmender geworden in mijn herinnering. In deze tijd met enorme media-aandacht voor de vluchtelingenstromen een zeer actueel onderwerp.
In
Ice door Rich Larson heerst er ook angst voor anderen en wel voor de biologisch aangepaste mens. De twist op het einde geeft het een hartbrekend inzicht dat het verhaal de moeite van het herlezen waard maakt.
Summer at Grandma's House door Hao Jingfang
heeft precies net die andere inslag waardoor ik Clarkesworld Magazine zo de moeite waard vind. Het begint met de woorden:
He pondered silently: the chain of unconnected actions that had determined his doom and destiny had been of his own creation.
Meer hoef ik niet te zeggen, denk ik.
En tot slot had ik een interessante leeservaring met
War, Ice, Egg, Universe door de astronautische ingenieur G. David Nordley. Tijdens het lezen van dit verhaal waar spinachtige buitenaardse wezens hun strijd voeren met het ijs dat hen gevangen houdt op hun planeet, had ik een duidelijk beeld van wat hier beschreven werd. Totdat ik de bijgevoegde verhaalaantekeningen van de schrijver las. Daarmee werd mijn hele ervaring aan diggelen geslagen en werd het een compleet ander verhaal. Helaas wel zo grondig dat ik nu ook niet meer weet wat ik tijdens het lezen dacht waar het over ging.
Of het nu wel of niet slim is om de bedoelingen van een schrijver te lezen, blijft een boeiende vraag.